Onderzoekend en vaststellerig als wij zijn, wilden we nu eigenlijk en eindelijk wel eens weten hoever de aanleg van de Betuwelijn is gevorderd. Een ijverige beschrijver die eerder voor ons via een algemeen dagblad een route beschreef, had voor ons doel van deze keer een pennevruc
ht laten ontluiken zodat wij deze wandelvitamines nog slechts kauwend hoefden tot ons te nemen. Op naar de polder die door Papendrecht en Oud-Alblas ingesloten ligt en zichzelf Zuidzijde laat noemen. Onder begeleiding van een mevrouw die zich desgevraagd in Heer Henks auto had laten lokken was het naar Oud-Alblas geblazen. Al tijdens de rit daarnaartoe schoten onze gemoeden enigzins vol en kregen we er echt zin an. Hoewel niet erg kerks ging onze zoektocht van start bij de Hervormde Kerk in Oud-Alblas. Volgens de klok aan de toren ging de historie niet verder terug dan 1920 hetgeen ons te denken geeft over de toevo
eging Oud. Maar niet getreurt want zonovergoten gingen de twee onwijzen op pad richting het westen via de Dorpsstraat en zagen meteen op posterformaat een oude bekende. Wat vanuit de auto gezien ons al mooi toelachtte, bleek nu al haar of zijn schoonheid te ontsluiten. Molens, water, diertjes , alle ingrediƫnten voor ooggenot waren volop aanwezig. Jaj
a, zult u wellicht ons voor de voeten werpen en dat klopt. Desalniettemin waren we zo onder de indruk van het geboden prachtigs dat we vergaten de routebeschrijving te raadplegen. Dit zorgde voor een dwaling maar na het raadplegen van een zeer bekwame, lokale en pratende wegwijzer keerden we op onze lichtvoetige schreden terug. Na een kort bezoek aan een manege en het begroeten van het daar aanwezige paard en een amazo
ne konden we niet anders dan de overduidelijk aangegeven en door ons gezochte route inslaan. Dit onder aansporing van een voorbijsnellende fietser die onze aarzeling wenste weg te nemen met de mededeling "dat is 'm". 'm was in dit geval het Alblasserbos, blijkbaar een gewild attractiepark in de omgeving want velen mochten we begroeten. De terugbegroeting liet diverse malen te wensen over zodat onzerzijds enige terughoudendheid niet werd gestimuleerd. Omdat driekeer scheepsrecht is bepaalden we in dit gedeelte van het bos zelf waar en hoe we d
at zouden verlaten. Heer Frans probeerde verwarring te zaaien maar slaagde daar mooi niet in. We wilden erg graag vaststellen of het veer niet meer aanwezig was en daarom hebben we de hele Veerweg genomen en neem maar van ons aan dat deze keer de naam de lading volledig dekt. We mochten over de Betuwelijn, beter gezegd, de Betuwelijn oversteken maar bleven verstoken van treinverkeer hetgeen niet kon worden gezegd van het al dan niet stilstaande autoverkeer op de A-15. Omdat het erg lastig voor ons was boven het verkeerslawaai uit te komen met onze zoetgevoicede ste
mmen deden we het zwijgen ertoe. De praatstilte werd bruut verstoort door een sluipfietser die ons op slinkse wijze wilde verrassen door niet midden op de weg maar over het fietspad te rijden. Gelukkig liepen wij ons mannetje zodat we nog een keer d
e Betuwelijn namen en vervolgens aan de overzijde van de provinciale weg een grasdam gingen betreden. Weinig gras-, veel derriedam maar via een mooi glad bruggetje keerden we weer terug in het Alblasserbos. Daar werd ons vanalles voorgeschoteld. Natuur, kunst, educatie en een trekkerscampingkje, kortom tekortkomen deden we niets, niet in de laatste plaats omdat Heer Henk een zeer wijze raad van een hem zeer dierbaar iemand ter harte had genomen en een flesje water met zich meedroeg. Nadat wij nog een wijze raad op ons in hadden laten werken en van het Oud-Alblaspad afweken, kwamen we in een ons zeer prettig aandoende omgeving terecht, namelijk weiland. De verse uitwerpselen tussen en op het gras wezen op aanwezige koeien, die echter niet meer aanwezig waren of zich wellicht voor ons vermaak als schaapjes hadden vermomd. Heer Henk ging nog
even informeren maar het hoge woord kwam er bij de schaapjes niet uit. Aangezien de tijd drong, zagen wij, anders dan sommige Nederlanders in het buitenland, van marteling af en vervolgden. Dat dat niet zonder consequenties
blijven kan werd ons even later duidelijk middels een dier dat zich niet tweekeer aan dezelfde steen stoot. Dit was zelfs een heel slim exemplaar want van steenstotend gedrag was helemaal geen sprake. Helaas was dit wel voor ons het signaal de weilanden te verlaten en het asfalt weer te betreden. Langs de Hoop, een korenmolen in werking, en nog wat boerderijen en een kaasfabriek moesten we constater
en dat ook deze keer we het beginpunt terug konden vinden. Vele ervaringen en ook proefondervindelijk vastgestelde feiten rijker kunnen we terugkijken op een waardevolle gewaarwording van de West-Alblasserwaard.
ht laten ontluiken zodat wij deze wandelvitamines nog slechts kauwend hoefden tot ons te nemen. Op naar de polder die door Papendrecht en Oud-Alblas ingesloten ligt en zichzelf Zuidzijde laat noemen. Onder begeleiding van een mevrouw die zich desgevraagd in Heer Henks auto had laten lokken was het naar Oud-Alblas geblazen. Al tijdens de rit daarnaartoe schoten onze gemoeden enigzins vol en kregen we er echt zin an. Hoewel niet erg kerks ging onze zoektocht van start bij de Hervormde Kerk in Oud-Alblas. Volgens de klok aan de toren ging de historie niet verder terug dan 1920 hetgeen ons te denken geeft over de toevo
eging Oud. Maar niet getreurt want zonovergoten gingen de twee onwijzen op pad richting het westen via de Dorpsstraat en zagen meteen op posterformaat een oude bekende. Wat vanuit de auto gezien ons al mooi toelachtte, bleek nu al haar of zijn schoonheid te ontsluiten. Molens, water, diertjes , alle ingrediƫnten voor ooggenot waren volop aanwezig. Jaj
a, zult u wellicht ons voor de voeten werpen en dat klopt. Desalniettemin waren we zo onder de indruk van het geboden prachtigs dat we vergaten de routebeschrijving te raadplegen. Dit zorgde voor een dwaling maar na het raadplegen van een zeer bekwame, lokale en pratende wegwijzer keerden we op onze lichtvoetige schreden terug. Na een kort bezoek aan een manege en het begroeten van het daar aanwezige paard en een amazo
ne konden we niet anders dan de overduidelijk aangegeven en door ons gezochte route inslaan. Dit onder aansporing van een voorbijsnellende fietser die onze aarzeling wenste weg te nemen met de mededeling "dat is 'm". 'm was in dit geval het Alblasserbos, blijkbaar een gewild attractiepark in de omgeving want velen mochten we begroeten. De terugbegroeting liet diverse malen te wensen over zodat onzerzijds enige terughoudendheid niet werd gestimuleerd. Omdat driekeer scheepsrecht is bepaalden we in dit gedeelte van het bos zelf waar en hoe we d
at zouden verlaten. Heer Frans probeerde verwarring te zaaien maar slaagde daar mooi niet in. We wilden erg graag vaststellen of het veer niet meer aanwezig was en daarom hebben we de hele Veerweg genomen en neem maar van ons aan dat deze keer de naam de lading volledig dekt. We mochten over de Betuwelijn, beter gezegd, de Betuwelijn oversteken maar bleven verstoken van treinverkeer hetgeen niet kon worden gezegd van het al dan niet stilstaande autoverkeer op de A-15. Omdat het erg lastig voor ons was boven het verkeerslawaai uit te komen met onze zoetgevoicede ste
mmen deden we het zwijgen ertoe. De praatstilte werd bruut verstoort door een sluipfietser die ons op slinkse wijze wilde verrassen door niet midden op de weg maar over het fietspad te rijden. Gelukkig liepen wij ons mannetje zodat we nog een keer d
e Betuwelijn namen en vervolgens aan de overzijde van de provinciale weg een grasdam gingen betreden. Weinig gras-, veel derriedam maar via een mooi glad bruggetje keerden we weer terug in het Alblasserbos. Daar werd ons vanalles voorgeschoteld. Natuur, kunst, educatie en een trekkerscampingkje, kortom tekortkomen deden we niets, niet in de laatste plaats omdat Heer Henk een zeer wijze raad van een hem zeer dierbaar iemand ter harte had genomen en een flesje water met zich meedroeg. Nadat wij nog een wijze raad op ons in hadden laten werken en van het Oud-Alblaspad afweken, kwamen we in een ons zeer prettig aandoende omgeving terecht, namelijk weiland. De verse uitwerpselen tussen en op het gras wezen op aanwezige koeien, die echter niet meer aanwezig waren of zich wellicht voor ons vermaak als schaapjes hadden vermomd. Heer Henk ging nog
even informeren maar het hoge woord kwam er bij de schaapjes niet uit. Aangezien de tijd drong, zagen wij, anders dan sommige Nederlanders in het buitenland, van marteling af en vervolgden. Dat dat niet zonder consequenties
blijven kan werd ons even later duidelijk middels een dier dat zich niet tweekeer aan dezelfde steen stoot. Dit was zelfs een heel slim exemplaar want van steenstotend gedrag was helemaal geen sprake. Helaas was dit wel voor ons het signaal de weilanden te verlaten en het asfalt weer te betreden. Langs de Hoop, een korenmolen in werking, en nog wat boerderijen en een kaasfabriek moesten we constater
en dat ook deze keer we het beginpunt terug konden vinden. Vele ervaringen en ook proefondervindelijk vastgestelde feiten rijker kunnen we terugkijken op een waardevolle gewaarwording van de West-Alblasserwaard.Wandellengte: officiƫel 13, door persoonljke toevoegingen 17 km.
Duur: een luttele 220 minuten
Moeilijkheidsgraad: bij een temperatuur van circa 14 C en voor ietwat gevorderden
Vermakelijkheid: bijna alles uit de kast
Vochtige versnaperingen: water en de wet van Murphey
Duur: een luttele 220 minuten
Moeilijkheidsgraad: bij een temperatuur van circa 14 C en voor ietwat gevorderden
Vermakelijkheid: bijna alles uit de kast
Vochtige versnaperingen: water en de wet van Murphey

Geen opmerkingen:
Een reactie posten