Vadertje Hoelaat?

vrijdag, mei 05, 2006





Misschien wat te snel, maar zo zijn de Heeren. Na de belgische avonturen van vorige week een nieuwe aflevering in de serie"Wand'len doen zij zo of zo". Het werd ons inziens wel weer eens tijd voor een avondwandeling en meestal is er dan sprake van een stads/dorpswandeling. Niet voor de handliggend op het eerste gezicht, maar snel daarna wel, was de optiekeuze van Henkskant anoniem aanvaard en togen de blijde wandelgasten naar het op dat moment zonovergoten Gouda. Er was ons namelijk belooft, dat speciaal voor onze komst meer dan 300 monumenten zouden worden klaargezet, elk voorzien van een mooi blauw/wit plakaatje en de letters"M,O,N,U,M,E,N en T. We zijn natuurlijk wel wat gewend, maar zoveel lekkers voor de ogen heeft wel heel veel lokaasgehalte. Kortom, Gouda het was. Aangekomen in de nieuwe uitdaging, mochten wij de auto achterlaten op het parkeerterrein Potterspoort. Tot zover was alles nog van niet-noemenswaardige allure. Maar nauwelijks vijf minuten onderweg werden we al bedolven onder indrukken, die ons van nature toch al vrolijke gezindheid, deed overgaan in een onschadelijke maar daardoor niet minder prettige vorm van euforie. Hofjes, nauwe straatjes, het voormalige Admiraalshuis lieten ons weten dat onze keuze een juiste was geweest. Ook werden we geattendeerd op een kerk, die er niet meer was, maar waarvan de toren schuin en scheef wel de tand des tijds had doorstaan. De enige kleine tegenslag, die we te verwerken kregen, was, dat we de Passage niet door konden(op zich wel weer vermakelijk omdat de naam anders doet vermoeden, maar dit tussen haakjes). Na een kleine omleiding was de enige dissonantie overwonnen. Aangekomen bij de Waag stond bij het laatgotische stadhuis een behoorlijke menigte te luisteren naar een mannenkoor. Voor korte tijd hebben wij ons daarbij aangesloten en daarna twee minuten stilte in acht genomen. Toen werd het tijd om onze ontdekkingsreis voort te zetten en gingen we richting de Sint Janskerk. Al lopend door de smalle Kerksteeg en Achter de Kerk waanden wij ons lichtelijk in vroeger tijden, ver weg van stress, snelle auto's en dito afspraken. Hier in de buurt is ook het Catharinagasthuis, dat als museum dienst doet en waarvan de tuin is voorzien van diverse kunstwerken. Langs het Pijpen- en aardewerkmuseum Moriaan kwamen we aan bij het Houtmansplantsoen. Daar had een wichelroedemevrouw allerlei onderaardse gangen gewichelroedt. Bij afgraving bleek van het gangenstelsel stelselmatig ieder spoor te ontbreken, maar wel werd het fundament van één van de torens van Kasteel Ter Goude blootgelegd. En voort ging het weer met de beentjes, nu richting het Binnenhavenmuseum, alwaar een aantal binnenschepen afgemeert liggen. Omdat de bedrijvigheid in de haven ietwat te wensen overliet en onze zintuigen op zoek waren naar meer, vervolgden we ons pad langs onder meer het Zwaansgat. Gelukkig was de Henk bereid en in staat de muren daarlangs te stutten, anders had de Frans aldaar de Zwanenzang mogen zingen. De Raam stond voor ons open, zodat we, na een animerend animaalgesprek met één van onze Gouwse poezevrienden, via de Barbaratoren terechtkwamen bij de molen De Rode Leeuw. Om verwarring te voorkomen hechten wij er aan, hier nadrukkelijk te vermelden dat van enig verwantschap met de Lion D'Or in de verste verte geen sprake is. Dit vermeld hebbende, rest ons nog te verhalen over het eind van de Goudse rondgang. Via niet vermeldenswaardige straten als de Willemssteeg, Keizerstraat, de Hoge Gouwe en langs de Visbanken kregen we het gevoel dat het langzamerhand tijd werd de plaatselijke horeca aan een test te onderwerpen. Gedreven door dorst, het aangename weer en de uitstraling van de terrassen gingen we de Markt weer op. Met uitzicht op de Waag hebben we ons tijdens het laven verbaast over de samenstelling van het overige aanwezige publiek. Door het vrijwel ontbreken van mannelijke geslachtelijkheden leek het wel of de vrouwelijke geslachtelijkheden in Gouda er een achter-slot-en-grendel- of, misschien zelfs, een uitzet of, nog erger, een omzeephelpbeleid op na houden. Enigzins schuchter en achterdochtig hebben we toch erg genoten van de vriendelijk door de bezorgdienst opgediende bieren. Op het moment dat we het terras verlieten werd het ons duidelijk waarom de dames-vrouwen in de meerderheid leken: we ontmoetten een op een Janssen en Janssen gelijkend persoon(qua gezicht en haardracht) smaakvol uitgedost als vrouw(qua klederdracht). Echt, de paars-roze sokken kleurden schitterend bij het gitzwarte haar. Met een gerust hart konden we daarna de tocht naar de auto en onze huiswaartsen toen aanvaarden.


Duur: iets meer dan anderhalf uur, namelijk één uur, achtendertig minuten en 33 seconden

Afstand: geen idee, maar ongeveer 6 km.

Moeilijkheidsgraad: in verband met smalle stegen etc. niet voor claustrofoben

Bier: onze landelijke trots onder de trappisten La Trappe, en wel de dubbel uitvoering

Algeheel gevoel: een dikke 9

Geen opmerkingen: