Vadertje Hoelaat?

zaterdag, november 04, 2006

Te land, ter zee en in en/of uit de lucht.


Terwijl wij hier in het westen des lands er redelijk zonder kleerscheuren vanaf zijn gekomen, zal de eerste najaarsstorm van 2006 onze landgenoten in het noorden en met name Friesland nog lang heugen. Al was het alleen maar door alle media die weer eens in deze provincie was neergestreken. Nee, niet voor een Elfstedentocht maar voor Waddenzeepaardjes. Gelukkig hoorden we via de radio dat de reddingspoging gelukt was, zodat wij ons met een gerust hart aan onze opdracht van deze middag konden wijden. Trouwe maar ook ontrouwe lezers van onze relazen weten dat elk van onze missies nat eindigen in een horeca-gelegenheid. Weinige van onze uitstapjes zijn tijdens dezelfde ook nat. Het vermoeden, aangewakkerd door de heer Krol en trawanten, rees echter dat deze keer een uitzondering onze droogregel zou gaan bevestigen. Dus gewapend met een paraplu gingen we op weg. In een poging de weergoden in de war te brengen begonnen we luidkeels te praten over een bestemming en nog luiderkeels lieten we weten naar Breda te gaan. Echter op slinkse wijze bogen wij na de Moerdijkbrug snel af richting Zevenbergen. Ons uiteindelijk doel was de Zwarte Molen (zie verslag van 7 april j.l.). Aangezien Heer Frans inmiddels verslaafd is aan het schoeiselverwisselritueel en Heer Henk nog niet geheel doordrongen is van de gevaren ervan, werden de vier voeten van overigens stoere schoenen voorzien. Dat de weergoden niet op hun o zo mooie verkeerde benen waren gezet bleek al snel nadat we een door Staatsbosbeheer ter beschikking gestelde folder tevoorschijn haalden. De paraplu mocht ook tevoorschijn getoverd worden. In de folder worden twee wandelroutes aangegeven en wel het Zwermpad en het Molenpad. Onder het motto "rust, vogels en natte voeten" kozen wij voor het laatste pad. Nadat we een verlaten ooievaarsnest gepasseerd waren, kwamen we aan bij de veenputten. Voor hen die hiervan niet op de hoogte zijn: uit deze putten werden stukken veen gestoken en gedroogd, waarna het lekker fikkie stoken was in kachel en fornuis. De putten achterlatend en onze weg vervolgend langs een slingerend pad kwamen we aan bij een veld waar een aardige kudde ganzen zaten. Na het vaststellen van onze aanwezigheid werd een algeheel sein tot opvliegen gegeven. Verderop tijdens de wandeling zouden we deze actie nogmaals meemaken maar dan met reigers en daarna nog een keer met fazanten. Waarschijnlijk de gevolgen van menopauze. Nadat we het veld voorbij waren, staken we een middels asfalt verharde weg over. We zijn wel wat gewend, maar tot onze grote verbazing zagen we na het oversteken een redelijke groep paarden. Het werd ons snel duidelijk dat het hier een gedeelte van de Waddenzeepaarden betrof die heel snel weer tot droge landpaarden waren getransformeerd. Evenals de friese dierenarts konden we vaststellen dat het de dieren goed ging. Uit de manier waarop zij het in aller haast aangevoerde hooivoedsel tot zich namen, sprak een grote saamhorigheid en huiselijkheid. Blij met deze informatie en ook over de afloop togen we verder. Na hier en daar nog wat adviezen te hebben gegeven over innovatie van de infrastructuur en meegedacht te hebben over de aanpak van het aantrekkelijker maken van de route, liepen we verdermijmerend richting het einde van het pad. In de verte zagen we dat we nieuwsgierig werden gadegeslagen door, wat later bleek, in koeiekleren vermomde modderjournalisten. Op het moment dat we de "koeien" wilden passeren, was er 1 die voor ons uit bleef lopen op een zeer irritante Willibrord Frequinachtige riooljournalistieke wijze. Toen het erop ging lijken dat we uit zichtsveld zouden verdwijnen kwamen de anderen achter ons aan, waarbij 1 van de dames in galop op ons af kwam. Teneinde ons vege lijf te redden leek het ons verstandig weliswaar rustig maar toch resoluut het koeie- annex wandelpad te verlaten. Hoewel niet van een kleintje vervaard en zeker niet van zessen klaar waren we toch trots op onszelf toen even later een mooi stevig hek ons blijvend van de achtervolgers scheidde. Tot zover het Molenpad, maar onze wandelhonger was nog niet gestild, zodat we ook nog aan het Zwermpad begonnen. Ingegeven door aanhoudend, gestaag doorzettend en nattige regenval besloten we ons eigen plan te trekken en een einde aan de wandeling te maken. We hadden een heel mooi plan en in het verleden hebben dat soort plannen ons al veel opgeleverd. In dit geval gingen we een drassig weiland in dat was voorzien van hoogstaand gras. Aan het eind van het weiland bleek een sloot te liggen, die op geen enkele wijze ons wenste te helpen met het vervolgen van ons wandelplan. Kortom, we konden gaan zoals we gekomen waren, met dien verstande dat schoenen, sokken en voeten nat waren geworden. Hiermee was alweer een onderdeel van ons motto van deze dag bewaarheid. Maar onze gedachten gingen nu alleen nog maar uit horeca. Gelukkig ontwaarden we op de terugweg naar de auto het geheel lege Café Restaurant In Den Molen, zodat we een mooi plaatsje konden uitkiezen waar we onze kelen nat en de schoenen, sokken en voeten enigzins droog konden laten worden. Al met al het was ons het dagje wel.


Afstand: Molenpad 7 km en eigen pad 4 km totaal 12 km

Duur: twee uurtjes en vijftien minuutjes

Moeilijkheidsgraad: op naaldhakken 10, op ons schoeisel 3

Pretparkgehalte: tijdens 3 achteraf 7,9

Versnaperingen: hartverwarmende Westmalle Dubbel zonder met bitterborrelgarnituur

O ja, we willen graag nog even de groeten doen aan onze moeders

Geen opmerkingen: